Uit Trouw, 4 november 2022 door Joost van Egmond
Een flink deel van de studenten aan lerarenopleidingen is zelf niet bekwaam genoeg in taal en rekenen, de vakken die ze zelf gaan onderwijzen. Dat geven hun docenten aan in een enquête in opdracht van de Onderwijsraad. De raad noemt de uitkomst zorgwekkend.
Hoe zorg je dat het onderwijs in taal en rekenen op niveau komt en blijft? Over die vraag adviseert de Onderwijsraad vandaag op verzoek van de Tweede Kamer. De raad keek daarbij nadrukkelijk ook naar de taal- en rekenvaardigheden van leerkrachten zelf. Zeker voor rekenen is immers aangetoond dat de eigen vaardigheden van de leraar grote invloed hebben op de ontwikkeling van leerlingen.
Enkele tientallen Pabodocenten in Nederlands en wiskunde kregen daarom de vraag welk percentage van de afzwaaiende studenten startbekwaam was op verschillende onderdelen. De resultaten vielen niet mee. Slechts een paar docenten dachten dat meer dan 80 procent van de afstuderenden zaken als zinsontleding, interpunctie of spelling zelf voldoende op orde had om goed les te kunnen geven.
In het kort
– Pabodocenten denken dat beginnende leraren zelf lang niet altijd goed genoeg zijn in taal of rekenen
– De Onderwijsraad wil daarom veel meer aandacht voor nascholing
– Onderwijsdoelen moeten ook duidelijker: het moet klip-en-klaar zijn wat leerlingen moeten kennen en kunnen
Wiskundedocenten waren positiever. Een ruime meerderheid schatte dat minstens 80 procent van de afstuderenden voldoende bekwaam zijn in alle onderdelen van rekenen. Maar nog altijd een op de drie docenten vindt dat er op de Pabo niet genoeg aandacht is voor hun vak om studenten startbekwaam te maken als leraar.
about:blankhttps://acdn.adnxs.com/dmp/async_usersync.html
De leraar moet volop blijven leren
De Onderwijsraad ziet veel variatie tussen lerarenopleidingen. Ze adviseert dan ook een verplichte centrale eindtoets op de lerarenopleidingen op alle hogescholen in taal en rekenen om ‘de kwaliteit van de uitstroom te bewaken’.
Een belangrijke aanbeveling is ook om te zorgen voor een voortdurende professionalisering van leraren. Dat is gezien de resultaten van de enqûete zeker in de eerste jaren voor de klas nodig, maar volgens de Onderwijsraad moet het nooit ophouden. Continu professionaliseren en profiteren van nieuwe inzichten moet de norm worden.
Stel duidelijke doelen en meet of die gehaald worden
Twijfels over het niveau van leraren is één probleem, maar het gaat volgens de Onderwijsraad nog wel dieper. Het is lang niet altijd duidelijk wát die docenten hun leerlingen nou eigenlijk moeten leren. De grote hoeveelheid uiteenlopende documenten waarin dat is beschreven zorgt voor verwarring, constateert de raad. Daar wordt nu al naar gekeken “Het moet voor iedereen klip-en-klaar zijn wat leerlingen qua taal en rekenen moeten kennen en kunnen.”
Een ander terugkerend probleem is dat we niet goed genoeg weten hoe leerlingen ervoor staan. Op de basisschool wordt dat beeld bemoeilijkt doordat veel scholen andere toetsen gebruiken dan de traditionele cito, wat vergelijken lastig maakt. Op de middelbare school wordt dat nog erger. Daar worden vrijwel geen toetsen gebruikt die vergelijking mogelijk maken. Er moeten in zowel basisonderwijs als voortgezet onderwijs vaste peilingen komen op vaste momenten om een duidelijk beeld te kunnen krijgen.
Tenslotte moet taal en rekenen de hele schooldag aan bod komen. Ook bij andere vakken, dus buiten de lesuren die daar speciaal voor zijn bestemd. Dat gebeurt te weinig, vindt de raad, en daardoor blijven kansen onbenut. Onderwijs in taal en rekenen moet de verantwoordelijkheid zijn van álle leraren, luidt het advies.
Lees ook:
Inspectie: Basisvaardigheden scholieren staan er slecht voor, het is vijf voor twaalf
Het verbeteren van basisvaardigheden van Nederlandse scholieren heeft topprioriteit, onderstreept de onderwijsinspectie dit jaar wederom. De minister is het daarmee eens.
Wat kunnen we leren van het Ierse onderwijs, dat succesvol uit het slop is getrokken?
Nu de basisvaardigheden van Nederlandse scholieren al jaren in het slop zitten, is het tijd voor een doorbraak, bepleit de onderwijsinspectie in zijn jaarlijkse Staat van het Onderwijs. En daarbij kijkt de inspectie nadrukkelijk naar landen die zich eerder succesvol het dal uitvochten, zoals Ierland.